Het is belangrijk voor ons om te weten hoe patiënten en hun naasten naar onze werking kijken. Daarnaast meten we onze kwaliteit ook op andere manieren.
Of we tijdige zorg leveren, volgen we op via de wachtlijsten en wachttijden. De gelijkwaardigheid van onze zorg volgen we op door te kijken wat de socio-demografische kenmerken van onze patiënten zijn. Om onze efficiëntie te meten houden we bij hoeveel personeel we inzetten op afdelingen en hoe dat zich verhoudt tot de normen en aanbevelingen van de overheid.
Om de veiligheid van patiënten te garanderen, hebben we duidelijke afspraken gemaakt over het voorkomen, registeren en opvolgen van incidenten. In een ziekenhuis zijn er heel wat processen om goed op te volgen. Denk bijvoorbeeld aan het verdelen van de juiste medicatie, maaltijden bereiden voor honderden mensen, het voorzien van leefruimtes waar patiënten zich 'thuis' kunnen voelen en ook veilig zijn voor als ze donkere gedachten hebben. We doen wat we kunnen om onveilige situaties te voorkomen. We verwachten dat elke medewerker (bijna-) incidenten meldt die een potentieel risico hebben voor patiënten. Dringende zaken pakken we meteen op. Als kleine problemen regelmatig terugkomen, gaan we daar mee aan de slag.
Rond veiligheid van voeding en hygiëne zijn er uiteraard strenge verplichte kwaliteitsstandaarden en -controle waar we aan meedoen.
Om te weten hoe onze medewerkers kijken naar patiëntgerichtheid van onze zorg namen we eind 2021 deel aan een onderzoek van de UGent. We kijken uit naar de resultaten.
Elke arts in ons ziekenhuis heeft de opdracht om te zorgen dat ons personeel mee is met wetenschappelijk onderbouwde methodieken zodat we effectieve zorg verlenen. Voor het meten van onze effectiviteit ontwikkelen we met onze onderzoeksdienst en afdelingen momenteel de ‘ROM’ waarmee we screenen of de klachten van patiënten afnemen tijdens de behandeling. Een effectieve behandeling zou moeten betekenen dat een patiënt met angstklachten zich dankzij onze zorg minder angstig gaat voelen. Een patiënt met depressie moet minder depressieklachten hebben. Enzovoort. En dat willen we weten.