Overslaan en naar de inhoud gaan

Lieve Beheydt, klinisch psycholoog in ons ziekenhuis, mag zich voortaan doctor in de Medische Wetenschappen noemen. Het onderliggend doctoraatsonderzoek - Classificatie en functionele benadering van emotie-stoornissen: psychomotorische symptomen en persoonlijkheidspathologie - bouwt verder op haar interesse in het werken met patiënten met depressie of een bipolaire stoornis.

“Uit de vele kenmerken die deze patiënten typeren, sprongen er voor mij twee uit. De eerste was de psychomotorische vertraging die zo typisch is voor deze patiëntengroep. De tweede was de vermeende rol van de ernst van persoonlijkheidsstoornissen als voorspeller van begin, beloop en respons op behandeling bij deze stoornissen”, aldus Lieve.

Ook al wordt het belang van deze twee kenmerken voor de totstandkoming van een doeltreffend klinisch behandelingsplan erkend, toch is het hoogst ongelukkig dat zij al te vaak worden beschouwd als behorend tot verschillende of zelfs afzonderlijke klinische perspectieven, op symptomen gebaseerde versus op processen gebaseerde benaderingen, waartussen de beste keuze moet worden gemaakt.

Minding the gap

In haar onderzoek wil Lieve Beheydt nieuwe perspectieven openen in de benadering van psychopathologie door die twee - ogenschijnlijk - zeer verschillende benaderingen uit verschillende vakgebieden samen te brengen. Haar doctoraatsonderzoek tracht uiteindelijk het potentieel van wederzijdse bevestiging en versterking van zowel onderzoek als klinische praktijk aan het licht te brengen.

“I suppose it’s tempting, when the only tool you have is a hammer,
to treat everything as if it were a nail”

Abraham Maslow

Vanuit haar werk als klinisch psycholoog vindt ze het belangrijk om de bevindingen ook te vertalen naar enkele praktische adviezen voor clinici die te maken hebben met patiënten met depressie en affectieve-spectrumstoornissen in het algemeen. “Zo kan het aangewezen zijn om bijvoorbeeld bij patiënten met borderline met een eerder verstoord persoonlijkheidsfunctioneren je meer te richten in de therapie op het niveau van persoonlijkheidsfunctioneren, terwijl bij een patiënt met narcistische trekken de therapie zich meer kan richten op een betere aanpassing in de relatie tot anderen. Door wat we zien in de klinische praktijk samen te brengen met empirisch onderzoek kunnen we een meer gerichte en individueel aangepaste therapie aanbieden.”

Roeland Depreitere, directeur HR en academisering UPC Duffel: “Sinds 2011 zijn we een universitair psychiatrisch centrum, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Door de academisering van ons psychiatrisch ziekenhuis bieden we kwaliteitsvolle, wetenschappelijk onderbouwde zorg. Zorgverleners scholen zich voortdurend bij, van psychiaters en psychologen tot verpleegkundigen en therapeuten. We bieden graag de ruimte aan medewerkers om ook aan onderzoek te doen en te doctoreren, in het bijzonder op het snijvlak van klinische praktijk en empirisch onderzoek.”