Overslaan en naar de inhoud gaan
Psychiater Laurens De Ketelaere en psychologen Silke Minnebach en Mish Dierckxsens

"We gaan altijd samen op zoek, want geen patiënt is identiek"

Ouderen die cognitieve problemen, zoals dementie, ervaren én daarbij een psychiatrische kwetsbaarheid of gedragsproblemen ontwikkelen, kunnen sinds april 2023 terecht bij hulpverleners van het mobiel team Kairos. Zij trekken naar de woonomgeving van ouderen zelf. De Vlaamse Ouderenraad ging bij Psychiater Laurens De Ketelaere en psychologen Silke Minnebach en Mish Dierckxsens langs om zicht te krijgen op dit nieuwe aanbod én op hun visie op het psychisch welzijn van ouderen.

Klopt het dat ouderen meer kopzorgen hebben?

De Ketelaere: "We weten dat er vanaf de leeftijd van 60 à 65 jaar meer triggers zijn. Dat is ook niet verwonderlijk, want er verandert enorm veel in die periode. Je gaat met pensioen waardoor je je leven anders moet invullen, je wordt geconfronteerd met verlieservaringen, je verleent vaak zelf intensieve mantelzorg en noem maar op. Bovendien zijn er ook lichamelijke en hormonale veranderingen. Als er daarbovenop ook zorgnoden, eenzaamheidsgevoelens of verwardheid ontstaat, word je geconfronteerd met extra veel uitdagingen. Die kunnen ervoor zorgen dat je psychische kwetsbaarheid ervaart."

Jullie helpen patiënten in hun eigen omgeving. Waarom kiezen jullie daarvoor?

De Ketelaere: "Een mobiel aanbod wil inderdaad zeggen dat ons team buiten de muren van het psychiatrisch ziekenhuis trekt. We gaan langs bij bewoners van woonzorgcentra of ouderen in hun eigen woning. Zo zien we hoe zij wonen en leven en wat hun gewoontes zijn. Bij ons gaat het altijd om mensen die cognitieve problemen ervaren. Meestal is er een diagnose van dementie, maar ook een niet-aangeboren hersenletsel komt bijvoorbeeld voor. Bovendien is er bij onze patiënten sprake van een psychiatrische kwetsbaarheid of gedragsproblemen, zoals een depressie, maar ook angst of dwaalgedrag. We noemen dat 'een dubbele diagnose'. Het zijn dus ouderen die al heel wat meemaakten. Daarom willen we vermijden dat er een opname nodig is waardoor zij naar een nieuwe omgeving moeten verhuizen, wat erg ontwrichtend kan zijn."

"We gaan langs bij bewoners van woonzorgcentra of ouderen in hun eigen woning. Zo zien we hoe zij wonen en leven en wat hun gewoontes zijn."

Dierckxsens: "Wij doen dat in het arrondissement Mechelen, van Heist-op-den-Berg tot Bornem. Maar dat was niet vanzelfsprekend omdat er eigenlijk geen middelen waren voor dit extra mobiel aanbod. We kozen er daarom voor om een deel van onze residentiële werking voor ouderen af te bouwen, en zo middelen vrij te maken voor een mobiele werking. Er is op onze residentiële afdeling nu nog plek voor 20 in plaats van 30 patiënten. Het is dus een verhaal van kwaliteit boven kwantiteit."

Het zijn voornamelijk professionals die ouderen doorverwijzen naar jullie?

Dierckxsens: "Klopt. We houden een korte lijn met de zorgprofessionals in de vijf eerstelijnszones waarin we werken, zodat zij ons snel kunnen inschakelen indien nodig. Het gaat dan bijvoorbeeld over een thuisverplegingsdienst, medewerkers van woonzorgcentra of de huisarts."

Minnebach: "Daarnaast kent het Inloophuis Dementie in Mechelen ons intussen beter. Via die weg krijgen we ook aanmeldingen van mantelzorgers die zaken opmerken bij de persoon waarvoor ze mantelzorg verlenen."

Dierckxsens: "Ongeveer 75% van onze patiënten woont in een woonzorgcentrum. Maar in tegenstelling tot wat je zou denken. blijven symptomen ook daar lang onder de radar. Pas door een plotse verandering of wanneer er een bepaalde grens overschreden wordt, komen die tot uiting. Vaak krijgen wij pas een melding als een bewoner gedrag stelt dat een rechtstreeks gevolg heeft voor personeel of medebewoners. Mochten symptomen sneller herkend worden, zou er in heel wat situaties sneller ingegrepen kunnen worden."

"Mochten symptomen sneller herkend worden, zou er in heel wat situaties sneller ingegrepen kunnen worden."

Is er bij zorgpersoneel dan onvoldoende kennis over die dubbele diagnose?

De Ketelaere: "Wij hebben inderdaad het gevoel dat er vaak een gebrek is aan tijd en aan specifieke kennis. Personeelsleden in woonzorgcentra, zoals ergotherapeuten en orthopedagogen, hebben een basiskennis op vlak van de geestelijke gezondheid van ouderen. Maar bepaalde signalen zijn toch moeilijk op te pikken voor hen. De aanwezigheid van een psycholoog in elk woonzorgcentrum, zou daar een heel groot verschil kunnen maken."

Minnebach: "De referentiepersonen dementie (professionele hulpverleners in de zorgsector die de kwaliteit van de begeleiding van en de zorg voor personen met dementie en hun omgeving willen bevorderen, red.) zijn zeker al een stap in de goede richting. Maar ook opleidingen moeten meer inzetten op kennis over geestelijke gezondheid bij ouderen."

Voor naasten van patiënten is het niet eenvoudig om die dubbele diagnose te aanvaarden?

Minnebach: "Zij schrijven het gedrag vaak toe aan het feit dat er eerder al dementie werd vastgesteld. Het is voor hen pijnlijk te moeten toegeven dat hun familielid naast dementie ook een psychische kwetsbaarheid of een gedragsproblematiek ontwikkelt. Maar de mantelzorg wordt dan zo zwaar, dat ze een stuk van die zorg uit handen moeten geven aan professionals. Na een tijdje bij ons in behandeling te zijn, wordt het effect op de patiënt duidelijk. De familieleden zien dat de kwaliteit van de zorg voor hun familielid stijgt en dat de mantelzorger opnieuw meer rust vindt."

De Ketelaere: "De diagnose van dementie kunnen we niet wegnemen. Maar gedrag of gevoelens die daarmee gepaard gaan, kunnen we meestal wel behandelen of onder controle krijgen."

"De diagnose van dementie kunnen we niet wegnemen. Maar gedrag of gevoelens die daarmee gepaard gaan, kunnen we meestal wel behandelen of onder controle krijgen."

Verpleegkundige Vinci van het mobiel team Kairos die een arm legt op de schouder van een patiënt

Eens er een aanmelding is, hoe gaan jullie te werk?

Dierckxsens: "Eerst gaan we kijken waar het probleem zich situeert, wat daarin acuut is en wat we kunnen behandelen. Behandelen gaat lang niet alleen over medicatie voorschrijven, maar dat kan bijvoorbeeld ook door dagstructuur in te bouwen. In ieder geval gaan we altijd samen en op basis van de context op zoek, want geen patiënt is identiek. We werken echt op maat."

De Ketelaere: "Het kan zijn dat we eenmalig advies geven, maar soms is er een langlopend traject nodig en gaan we in het begin bijvoorbeeld wekelijks langs en later bouwen we dit af."

Minnebach: "Als het gaat om een patiënt die in de eigen woning woont, geven we vooral veel omkadering voor de familieleden en schakelen we het zorgnetwerk van de patiënt of andere professionele organisaties mee in. We willen dat echt op een warme manier doen, zodat mensen niet het gevoel hebben alleen achter te blijven met hun vragen en onzekerheden. Indien het om een bewoner van een woonzorgcentrum gaat, proberen we het personeel ook echt mee te nemen in het verhaal. We trachten een mentaliteitsverandering te creëren zodat er in de toekomst sneller gereageerd kan worden."

Welke plannen hebben jullie voor de toekomst van jullie werking?

De Ketelaere: "In eerste instantie willen we de middelen die we nu vrijmaakten, zo optimaal mogelijk benutten om de kwaliteit van zorg te garanderen. Op het vlak van expertise delen, kunnen we denk ik ook nog groeien. En daarvoor zetten we idealiter nog meer in op netwerking. Maar dat is erg moeilijk met zo'n klein team. Mijn droom is dat er in elk woonzorgcentrum altijd een psycholoog aanwezig is. Dat zou er echt voor zorgen dat signalen sneller opgepikt worden, dat kennis beter gedeeld wordt en dat er een rechtstreeks aanspreekpunt is. Mensen met een psychische kwetsbaarheid worden zo sneller geholpen en krijgen na een behandeling ook betere nazorg. Daar kunnen beleidsmakers middelen voor vrijmaken."

Dierckxsens: "Zorg moet toegankelijk zijn voor iedereen. En geestelijke gezondheidszorg is daar onlosmakelijk mee verbonden."

"Mijn droom is dat er in elk woonzorgcentrum altijd een psycholoog aanwezig is."


Dit artikel werd overgenomen uit het magazine Actueel van de Vlaamse Ouderraad.