Overslaan en naar de inhoud gaan
Louise Janssens

Met wat schroom stapt Sam de winkel binnen. Of ze stevige schoenen kan kopen. ‘Toevallig kwamen die gisteren binnen. Als cadeautje?’ ‘Ja, liefst met veel glitters en lintjes', zegt ze. ‘Dat is dan één positieve eigenschap van jezelf.’ Stilte. Even denken. ‘Doe maar m’n zelfvertrouwen.’ Eens buiten stapt Sam trots richting Amber. Het denkbeeldige cadeautje is voor haar. ‘Ik wens je stevige schoenen om je mannetje te kunnen staan straks.’ De Toverwinkel is een vast ritueel op Spinnaker wanneer iemand op het einde van de opname vertrekt. Eén van de vele krachtige technieken binnen dramatherapie bij een doelgroep die moeilijk vat krijgt op emoties.

“Ik geloof heel hard in de kracht van creatieve therapie", vertelt Louise Janssens, dramatherapeut op Spinnaker.  Binnen de geestelijke gezondheidszorg is praten een belangrijk onderdeel van het behandeltraject, maar wat als woorden tekortschieten? "Bij creatieve therapie zetten we naast gesprekstherapie een medium in om een therapeutisch proces te bekomen. Dat kan drama, muziek, beeldende kunst of dans en beweging zijn. Bij dramatherapie gebruiken we allerlei theatertechnieken. Dat kan gaan van een rollenspel tot het maken een scène of voorstelling. Het kunnen ook hele kleine technieken zijn. Je hebt twee soorten mensen: mensen die weinig over emoties spreken, waar woorden tekortschieten. En mensen die het net heel goed kunnen uitleggen en waar de emotie aan voorbijgaat. Dramatherapie is dan een hulpmiddel om dingen aan den lijve te ondervinden. Bij ons op de afdeling krijgen patiënten binnen de Dialectische Gedragstherapie heel veel vaardigheden aangereikt. Nog beter dan theorie is dat wat je geleerd hebt, toepassen in de praktijk.”

“Op Spinnaker leren we onze patiënten met hun emoties om te gaan en deze op een gepaste manier te uiten. Zo kan iemand bijvoorbeeld worstelen met heel wat oordelen. ‘Ik ben het niet waard.’ In mijn sessies praten we daar niet alleen over, we maken een personage van deze interne conflicten, emoties of gedachten. Dat is één van de vele technieken. Een medepatiënt belichaamt dan bijvoorbeeld het oordeel dat meewandelt of steeds voor je staat. We laten het oordeel ook spreken. Zo komen er emoties vrij bij de patiënt, waarna we samen woorden geven aan wat de patiënt zou willen zeggen tegen het oordeel. Vaak zie ik dan het verdriet of de boosheid naar boven komen. Pas dan kunnen we echt spreken over hoe ze nog meer in hun kracht kunnen gaan staan en dat gevoel omarmen.”

Het is uit de comfort zone en toch moet het als een safe space aanvoelen.

“Klopt. Wat ik hier in een sessie aanbied, zie ik patiënten daarna in de praktijk ook echt gebruiken. Het blijft hangen en dat is mooi om te zien. Ik zie patiënten die in hun leven al heel vaak afgewezen zijn en makkelijk de stempel krijgen van moeilijk te behandelen patiënt. Hier krijgen ze kansen en die grijpen ze met beide handen. Ze zijn hier vaak ook heel jong, met nog een heel leven voor zich. Ook op het einde van elk programma wil ik hen nog iets bijbrengen. Onze patiënten hebben het moeilijk met vertrouwen en hechting. Afscheid nemen is dan vaak heel moeilijk. Maar ze verbleven hier zes maanden. Het zou zonde zijn om niet de tijd te nemen om te leren dat afscheid ook iets moois kan zijn. Dat afscheid niet per se wil zeggen ‘tot nooit meer’, maar dat je wel de tijd neemt om te zeggen ‘voor altijd in het hart’. Daarom laten we patiënten aan elkaar een afscheidscadeau geven in de vorm van een wens die ze kopen in de toverwinkel. Betalen doen ze met een positieve eigenschap van zichzelf.”

Is er een wens die bijblijft?

“Ooit gaf een patiënt een harnas vol gaten aan iemand die heel snel geraakt is. ‘Ik geef je een harnas zodat zaken jou minder hard zouden raken. Maar wel één vol gaten zodat je in verbinding blijft staan met wat je hartje wil.’ Dan zie je mensen in hun kracht staan en dat is bangelijk.”