Broertje, broer,
Op mijn elfde werd jij mijn jongste broertje. Wat had ik er naar uitgekeken, naar die baby die er echt zou komen, in die lege kinderwagen waarmee ik de kamer op en neer wandelde, dromend dat je er al was. En toen je dan eindelijk werd geboren, wilde ik de hele wereld laten weten hoe bijzonder mijn kleine broer wel was. Ik knuffelde je bijna plat en als kleuter kon je duidelijk laten weten dat het gebedel om kusjes vervelend werd : “Nee Meleen, nee Meleen, nee Meleen!” ( het werd lang op audioband bewaard)
De jaren vlogen voorbij, mijn puberjaren braken aan en ik was weinig thuis. Op stap voor de jeugdbeweging, weg met vriendinnen en voor ik het besefte was ik ‘op kot’. In het weekend bijna alleen thuis om te eten en te slapen. ’s Nachts sliep je dan bij mij en zo hielden we elkaar toch nog een beetje vast.
Als ik terugkijk besef ik met spijt (en schaamte) hoe jouw leven en dat van je broer aan mij voorbij ging.
Ondertussen woonde ik met man en kinderen op 85 km afstand, van smartphones en internet voor iedereen was nog geen sprake .
Uw middelbare schooljaren, hobby’s, vriendenkring,… ik heb er ‘kennis‘ van genomen , maar heb me er niet in verdiept.
Tot onze ouders, bezorgd omdat het niet goed met je ging, me vroegen om eens met je te praten.
Toen vertelde je me hoe diep en zwart het gat was waarin je je voelde wegzakken en dat je niets vond om je aan vast te klampen. Ik schrok en voelde me machteloos. Ik ging op zoek naar hulp binnen de geestelijke gezondheidszorg , maar moest dat ook weer loslaten. Onze ouders waren erg verontrust en ik trachtte hun zorgen te minimaliseren door te zeggen dat het wel goed zou komen.
Jouw verdere leven werd een zoektocht naar geschikte hulp en zingeving. Je hebt heel veel ingrijpende en beklijvende dingen meegemaakt, waar ik af en toe een glimp van opving, maar niet naar heb durven vragen.
Hadden we toen maar al een klik kunnen maken naar wat nu ‘de herstelvisie’ heet. Hadden we maar vroeger ingezien dat een mens nog zoveel meer is dan dat ‘ziektelabel’ dat hem wordt opgeplakt. Hadden we maar minder blijven vasthouden aan ‘hopen op genezing’. Hadden we maar meer gefocust op àlle eigenschappen en talenten die jou, samen met de kwetsbaarheid, maken tot jouw unieke zelf.
Het zou jou én ons hoop en vertrouwen hebben gegeven en respect voor de heelheid die jouw en onze veelheid omvat.
Het leven is voor jou niet altijd een cadeau geweest. Je hebt vele waters doorzwommen, vele soorten hulpverlening en hulpverleners leren kennen en jammer genoeg vele dromen aan je voorbij zien gaan.
Ik bewonder je veerkracht, broer, om iedere keer opnieuw het leven op te nemen. Je hebt nooit opgegeven om het positieve te zoeken. Je bent altijd blijven geloven in het goede van de mens en onrecht beroert je zeer.
Een grote prater of gangmaker ben je nooit geweest en het stigma heeft je ook onzeker gemaakt. Dat maakt het niet makkelijker voor jou om contact te maken met anderen.
Toch ging je dapper zelf op zoek naar een waardevolle tijdsbesteding. Ik vermoed dat je daarvoor dikwijls al je moed bijeen moet rapen.
Als geen ander ben je op de hoogte van wat en wie er leeft op en zelfs voorbij onze aarde. Je interesses en kennis zijn zeer breed en je artistieke talenten veelvoudig.
Net als bij je geboorte wil ik iedereen laten weten wat een fantastisch iemand je bent en hoe blij en trots ik ben met jou als broer.
Er is zoveel meer dat ik zou willen zeggen, maar nog zoveel meer achter de woorden. Ik waardeer de woordeloze verbondenheid als broer en zus die we , denk ik, allebei voelen.
Bedankt broer, om via jouw leven, het mijne te verrijken. Ik wens jou en mezelf een milde blik naar de mens die we nu zijn, een tedere blik naar het pure kind dat in ons blijft sluimeren en een hoopvolle en vertrouwende blik naar het leven dat ons nog wacht in verbondenheid en echte ontmoeting met wie en wat nog op onze weg komt.
Je zus,
Marleen
Marleen is nu familievertegenwoordiger. Ze vormt een brug tussen UPC Duffel en families. Je kan haar bereiken via upcd.familievertegenwoordiger [at] emmaus.be
