Overslaan en naar de inhoud gaan

Vroege zomer 2020 ben ik Spinnaker 1 als 17-jarig kind binnen gewandeld, mezelf afvragend waar ik dit keer was beland. Hoe lang zou het hier duren voor ze mij naar ergens anders zouden doorverwijzen? Ik denk dat een aardig percentage van psychiatrische patiënten mist wat voor hun thuis betekent vanaf de eerste minuut van opname. Geen enkel volwassen persoon kijkt ernaar uit om gebonden te zijn aan leefregels als die van een internaat, of slapen in een krakend bed voorzien van de luxe van een donkerblauwe plastieken matras. Het systeem was al enkele jaren met mij aan het pingpongen van opname naar opname, maar in plaats van thuis missen, nam ik thuis mee. Mijn knuffels. Mijn kleren. Mijn verf.

Weken heeft het geduurd voor ik mijn blik op mensen durfde richten in plaats van op de intussen heel vertrouwd geworden vloer. De gevlekte tegels in de gang, die wanneer belopen wippend op en neer sprongen, de donkere vinylvloer in de therapielokalen die te verwarren was met een woelige zee, en de bijna oranje houtachtige kleur van de vloer in mijn kamer. De vloer op Spinnaker 1 was een constante in de anders veelbewogen omgeving.

Ik heb eindeloos in cirkeltjes gezwommen, opnieuw en opnieuw en opnieuw hetzelfde gedaan. Voor het eerst werd mij de ruimte gegeven om uit mijn fouten te leren. Ik leerde op zoek te gaan naar innerlijke kracht, het vermogen om te overkomen wat ons neerhaalt. Ik kreeg kansen. Als de derde keer toch nog niet de goeie keer bleek te zijn, was er een vierde. En meest van al: mijn stem werd gehoord. Ik veranderde van een probleem naar een meisje met problemen, iets dat meer betekenis had dan ik in woorden kan beschrijven. Ik kwam erachter dat mijn grootste wens al die tijd was om gezien te worden, en niet zozeer om onzichtbaar te zijn of één te worden met de muur.

Het ding met DGT is, je moet je overgeven aan de therapie. Je moet bereid zijn jezelf laagje voor laagje bloot te geven. Leren communiceren, leren begrijpen en leren vertrouwen. Uiteindelijk moet je in je eentje ten strijde trekken, het gevecht aangaan met het monster dat jou al zo lang hijgend achtervolgt. Niemand houdt je handje vast, maar dat betekent niet dat je alleen bent.

Vroege zomer 2020 ben ik Spinnaker 1 als 17-jarig kind binnen gewandeld. Eind 2020 ben ik Spinnaker 1 als 18-jarige jongvolwassene buiten gelopen. Mijn rugzak is niet langer uitsluitend gevuld met de zwaarte van het verleden. Ergens heb ik plaats gevonden voor het licht van hoop op een betere toekomst.